De Bosuil komt wijd verspreid voor in de beboste delen van het land, met de hoogste dichtheden in oud loofbos. Hij nestelt soms ook in bebouwde omgeving met oude parken en tuinen, maar ook in open landschappen met knotwilgen of verspreide plukjes bos. Bosuilen zijn extreme standvogels. Zelfs de jongen blijven doorgaans binnen 10 km van de geboorteplaats.
Bron: Sovon.nl, 2017
Braakballen
De bosuil maakt braakballen van zo’n 3 cm breed en 4-5 cm lang. De uiteinden van de braakbal zijn puntig, in tegenstelling tot de rondere uiteinden van de kerkuilenbraakbal. Qua structuur is de braakbal van de bosuil redelijk grof. In de braakballen van de bosuil kun je allerlei prooiresten vinden. De bosuil is dan ook een echte opportunist die, naast muizen, ook graag vogels en soms zelfs amfibieën eet. Omdat de bosuil zo sterk plaatstrouw is, zijn de braakballen zeer geschikt voor het verspreidingsonderzoek. Een nadeel is dat braakballen van bosuilen relatief moeilijk te vinden zijn; er wordt bijna niet in bosuilkasten gebraakt en ouders en jongen hebben weinig vaste verblijfplekken waar gebraakt wordt.
Meer informatie over de verspreiding van de bosuil vind je op de website van Sovon.